01-05-2006
Wilde Laotiaanse tochten ter land en ter rivier.
Na vijf maanden in India te zijn verbleven, begint een reis van twee weken in Laos. We moeten heel erg wennen aan vriendelijke, niet- starende en geïnteresseerde mensen. We ontdekken de kalmte en rust bij de Laotiaanse bevolking, wanneer we de grens oversteken van Chiang Kong in Thailand naar Huay Xai in Laos. We komen om 12.00 uur in de middag aan en krijgen te horen dat we alvast het land in mogen om een verblijfplaats te zoeken. Om 16.00 uur moeten we terug komen om de visa’s op te halen. Dit betekent dat we een aantal uren illegaal in Laos zullen verblijven. Het grensplaatsje Huay Xai bestaat uit één straat met vele guesthouses en kleine restaurants. In Huay Xai is niets te doen. Je kan een fietsje huren voor 10 minuten om door de straat van twee kilometer lang te fietsen of je kan aan de straatkant zitten en observeren hoe backpackers druk op zoek gaan naar een verblijfplaats. Ondertussen stormen Laotianen graag op je af om een bootticket of een slaapplaats te verkopen.
Één van de hoogtepunten tijdens onze reis is de boottocht op de Mekong rivier van Huay Xai naar Luang Prabang. We hadden de keuze om met een langzame boot of met een speedboot de Mekong af te varen. Na de verschrikkelijke verhalen over de speedboten gehoord te hebben, was de keuze snel gemaakt. De bootreis met de langzame boot zou twee dagen duren met een overnachting in de bush bush van Pak Beng. We hadden een comfortabele bootreis met zachte kussens op de stoelen en de aanwezigheid van een bar. Dit in tegenstelling tot de andere boot, waar de toeristen op harde houten bankjes zaten, alle backpacks op het dak van de boot lagen en deze bijna omgekanteld was door harde stromingen in het water. Dit noemen we nog eens een avontuurtje.
Het noordelijke gelegen dorpje Luang Prabang, behoort tot de lijst van de World heritage bezienswaardigheden. De prachtige tempels (wats) waar vele ceremonies worden gehouden, zijn indrukwekkend. Ook het koninklijke paleis met zijn prachtige verlichting in de avonduren en de nightmarket, geven dit pittoreske dorpje een geweldige sfeer. Tuk tuk rijders roepen alleen maar; ‘tuk tuk, you want to see the watelfall’.
In de late uurtjes struinen toeristen de straten af, op zoek naar een uitgaansgelegenheid. De enige disco in Luang Prabang, waar Laotianen aan linedancing doen op de muziek van Metellica met Laotiaanse vocalen, gaat om 22.00 uur al dicht. Vervolgens gaan de discogangers door naar de Hive bar, die een half uur later sluit. De enige mogelijkheid is door te gaan naar een eettentje, waar de koelkast met al het bier leeg geplunderd wordt. Zoals in Nederland de meeste feesten rond twaalf uur in de nacht beginnen, is het in Laos allang bedtijd. Laotianen begrijpen er ook helemaal niks van dat toeristen zoveel kunnen zuipen en tot laat in de nacht door kunnen feesten. Laotianen hebben een vrij negatief beeld van de toeristen. Zo is er een boekje verschenen met do’s en don' 's wanneer een toerist in Laos komt. Zo zijn de absolute don’ts, dat men niet met de voeten op tafel mag zitten, geen drugsgebruik en zeker niet in het openbaar mag kussen.
Voor wat meer vertier, reizen de meeste mensen door naar Vang Vieng. De weg van Luang Prabang naar Vang Vieng met honderden bochten, zorgt voor vele misselijk toeristen. Een andere sensatie onderweg zijn de bandieten met geweren. Deze in de bergen levende bandieten staan bekend om het beroven en vermoorden van toeristen. Wij komen gelukkig heelhuids aan in Vang Vieng, waar de wilde tochten door de dorpjes en grotten beginnen. De meeste toeristen kiezen voor het ‘tuben’, waarbij men zittend op een grote zwemband de Mekong afstroomt. Zo nu en dan tegen een rots aanslaat en ergens langs de Mekong bij een bar belandt.
In Vang Vieng zijn natuurlijke grotten, waar men uren in het donker, door modder en over natuurlijke stenen moet klimmen om de uitgang te vinden. Na 4 km. de grotten te zijn ingelopen, krijgen we te horen dat de ingang ook de uitgang is. De mensen in de dorpen op palen zoals in Tham Sang, leven heel primitief. Water moet uit de put gehaald worden en groenten verbouwt men zelf.
Onze laatste bestemming is Vientiane, de hoofdstad van Laos. In Vientiane zijn Franse invloeden terug te vinden in gebouwen en monumenten, zoals ‘de Arc de Triomph’. Laos is in 1945 onafhankelijk geworden van Frankrijk en werd toen bezet door de Japanners. Ook de Franse baguettes en kaasjes van het merk ‘le vache qi rit’ zijn niet weg te denken uit het alledaagse leven van de Laotianen. Laos is een land waarover we in Nederland vrij weinig weten. Een bezoekje aan het Nationale museum geeft een beter beeld van Laos.
Laos is een fantastisch land. Het toerisme begint al aardig op te komen. Het leven is nog primitief. De mensen zijn erg vriendelijk. We hebben de sfeer in twee weken tijd kunnen proeven. We zijn nog niet klaar met dit land en komen zeker terug.