01-09-2005
China here we come....
Eindelijk
was het dan zover, maanden voorbereidingen op het land van de
Chinezen. Het land waar we weinig positieve verhalen over hebben
gehoord. We zijn op het ergste voorbereid. Kom maar op met die Chinezen.
Wij kunnen ze wel aan!
Vanaf
Hanoi zijn we met de bus naar Dong Dang gereden, waar we de grens
moesten over steken om in China te komen. Eenmaal bij de
grensovergang, worden we zonder enige toestemming van onze kant, door
een Chinese cameraman voor een Chinese zender gefilmd. We
vormen blijkbaar een bijzonder koppel....
Vervolgens zijn we via Pinxiang met de trein naar Nanning gereisd. Uit het treinstation gekomen, hebben we totaal geen idee welke kant we op moeten. Alle billboards staan volgeschreven met Chinese karakters. Prachtig om te zien, maar totaal onbegrijpelijk. Al gauw worden we geconfronteerd door openvallende monden, gestaar, nieuwsgierige en tegen de boom fietsende Chinezen. We zijn een topattractie voor de Chinezen. Ze willen graag met ons op de foto. Zo nu en dan betrappen we stiekeme Chinezen op het maken van een foto.
Geïnteresseerde
studenten komen graag een praatje maken om de Engelse taal te
oefenen. Chinese studenten krijgen geen kans om hun Engels te oefenen.
Wat wil je met 1,3 miljard Chinezen in het land.
Het
lukt ons niet altijd om met de Chinezen te communiceren. Als
we er niet uitkomen, gaan we op zoek naar een jonge brildragende
Chinees. Deze Chinezen zijn meestal studenten en kunnen je vaak op weg
helpen. Nou ja, ze helpen je graag. Een Chinees zal nooit zeggen dat hij
of zij het niet weet. Ze sturen je liever de verkeerde kant uit.
Onze
monden vallen open als we in Nanning zien hoe ontwikkeld China
eigenlijk wel niet is. Grote departmentstores, kantoorgebouwen en
hotels. Buiten onze verwachtingen eigenlijk. We vinden het wel leuk
in Nanning en blijven een aantal dagen om te wennen aan China....
Vervolgens
reizen we van Nanning naar Guillin en daarna door
naar Yangshuo.
Weelderige gevormde en begroeide toppen, een mooie rivier met badende stieren, een prachtige landschap in Yangshuo. De backpackerswahalla waar Chinese en westerse toeristen graag even bijkomen. Het landschap in Yangshuo kenmerkt zich door vele grotten en heuvels, die volgens de Chinezen vaak vormen hebben van dieren. Dieren, die wij westerse toeristen toch echt niet zien.
We worden al gauw geconfronteerd met de Chinese mentaliteit. Rochelen, zo
hard ze maar kunnen. Hoe harder Chinezen hun keel schrapen, hoe
groter de rochel. Maakt niet uit waar, op straat of in het
restaurant en het liefst nog naast je voeten. In de grote steden is het
rochelen sinds de uitbraak van SARS verboden. Er zit zelfs een
boete aan vast van 500 euro. Er komt geen einde aan de tijdperk van
rochelen. Deze mentaliteit is ingeburgerd in de Chinese samenleving.
Ook
het ruften en boeren in het openbaar is de normaalste zaak van
de wereld. Zeker de oudjes, die kunnen er wel wat van. Daar blijf je
liever bij uit de buurt, want die zijn het ergste van allemaal.
Chinezen
kunnen ook niet rustig eten. Ze slurpen en kauwen met hun mond open. Zeker
geen smakelijk gezicht om te zien. Je hoofd draaien is ook geen
oplossing, want aan alle kanten in het restaurant zitten zulke Chinezen.
Daarnaast
gaan Chinezen niet op een vriendelijke wijze met elkaar om. Ze praten
niet, maar schreeuwen tegen elkaar.
Netjes
in de rij staan en op je beurt wachten is niet de regel in China,
maar voordringen wel.
Inmiddels
kunnen wij wel aangeven dat we goede Chinezen zouden kunnen zijn. We
zijn behoorlijk ingeburgerd. We hebben ons aangepast aan de Chinese
mentaliteit. Ook wij kunnen heel goed rochelen, boeren, ruften,
smakken en slurpen....:-}