Home


03-06-2006

Door de cultuurrijke binnenlanden van Bali. 

Op naar het zoveelste land waar Hindoeïsme de algemene levensbeschouwing is. Een openbaring voor de vele hindoes uit India, die op Bali met een andere manier van  beleven te maken krijgen. Onze eerste stop is in Lovina, waar de stranden zwart zien door het vulkanische zand. Op geld gehaaide Balinezen roepen ‘taxi en transport’ en maken daarbij een beweging alsof ze een koe aan het melken zijn. Ook  hasish of magic mushrooms blijken de Balinezen in aanbieding te hebben.

Ubud is een ontwikkeld dorp, met vele artistieke winkels en markten. De omgeving rondom Ubud is prachtig. Met een scootertje komen we iedere keer heel ver. Zo nu en dan raken we verdwaald en komen we terecht bij vriendelijke Balinezen, die ons een kopje koffie en thee aanbieden. Of staan we midden in de rijstvelden, waar kinderen hun zelfgemaakte vliegers van vuilniszakken in de lucht proberen te krijgen. Of nemen we onverwachts deel aan een meditatiebijeenkomst in Goa Gajah (Elephant cave). Een grot, die de sculptuur van Ganesh  herbergt. Een fantastische bijeenkomst, waar kleuters ongestoord kunnen mediteren, terwijl peuters aan het spelen en rennen zijn. De mantra’s (gebedjes) die hindoes in India kennen, komen overeen met de mantra’s van de Balinezen. De Balinezen kennen dezelfde goden waaronder Shiva, Brahma en Vishnu, maar geven ze een andere naam. Een opmerkelijk verschil is dat de Balinezen een koe slachten bij speciale ceremonies en Indiërs dit dier als heilig beschouwen. Kortom een hele andere belevenis van het Hindoeïsme.

Balinezen zijn punctueel. Te laat komen of een afspraak niet op tijd nakomen, zou volgens de Balinezen veel pech met zich meebrengen. Het gevolg is dat bussen aardig op tijd vertrekken en wij onze nieuwe brillen op de beloofde dag krijgen.

De bommen in 2002 hebben enigszins het eiland verpest. Toerisme is op Bali de grootste bron van inkomen. Vele toeristen waaronder Australiërs komen minder. Hierdoor hebben vele Balinezen hun hotels of restaurants moeten sluiten. Ook eigenaren van souvenirsshops en marktkraampjes hebben veel te lijden. Doordat het maandinkomen afhankelijk is van wat ze verkopen, zijn spullen best duur en is shoppen ook niet uitdagend.

Na een dag gesnorkeld te hebben in ‘the bleu lagoon’ in Padangbaai, nemen we de ferry naar Lembar op Lombok. Daar krijgen we onenigheid met een buschauffeur, die uiteraard toeristenprijzen hanteert. We betalen niet meer dan de lokale bevolking en lopen weg. Lombok is prachtig groen, kent vele bananenplantages en rijstvelden. Na een dag doorgebracht te hebben in Mataram, de hoofdstad van Lombok, varen we via Senggigi naar de Gili eilanden. De eilanden middenin de azuurblauwe zee, met vele palmbomen en prachtige zandstranden vormen een paradijs. Duiken rondom de Gilis eilanden is een must. Niet alleen zijn mooie schildpadden en inktvissen te zien, maar ook haaien en baracuda’s.

We zaten niet ver van Java of Papua Guinea en hebben niks gemerkt van de aardbevingen, die duizenden mensen het leven kostte.  De zee was wel wat ruiger, waardoor zwemmen nog leuker werd.

De laatste dagen brengen we door in het zuiden van de toeristische Bali. Daar maken we met een scootertje een leuke tocht door de Balinese landschap naar Pura Tanah Lot. Pura Tanah Lot is de belangrijkste tempel in Bali op zee.  Wanneer ongetrouwde stelletjes een bezoekje aan Tanah Lot brengen, is de kans aanwezig dat deze uit elkaar gaan. Zijn wij effe blij dat wij al getrouwd zijn.

Terwijl iedereen in Nederland aan het aftellen is voor onze terugkomst, maken wij ons klaar voor Singapore.