19-03-2006
Door het warme zuiden van India
Onze reis door Kerela, Tamil Nadu en Karnataka, gaat voornamelijk per bus. Zodra
we de bus in stappen, is het altijd een gevogel en geklungel met onze backpacks.
Soms zitten we uren met de benen omhoog en kunnen dan niet meer opstaan. Een bus
in India rijdt 50 kilometer per uur. Ondertussen stoppen de bussen op iedere
hoek van de straat om mensen op te pikken. Met een overgewicht aan Indiërs en
kinderen die voor de helft met hun lichamen uit de ramen hangen, komen we
vaak niet echt ver. De ramen staan aan alle kanten open, de smog en het zand zit
in onze haren. Onze kleren zien vaak zwart van het roet en onze backpacks hebben
hun kleur inmiddels ook niet meer kunnen behouden. Uiteindelijk zijn we na 4
maanden reizen, wel gewend geraakt, aan deze naar plas ruikende bussen en
bijzondere busreizen.
Daarentegen is Zuid-India prachtig. Onze eerste busreis in Kerela gaat van
Cochin naar de hoofdstad Trivandrum. Vanuit de hoofdstad van Kerela, vertrekken
we naar het zuidelijkst puntje van India, Kanyakumari. De sfeer is er geweldig.
De Arabische Oceaan, Indische Oceaan en de Bay of Bengal komen daar samen. Een
prachtige pelgrimsplaats, waar de kinderen het water induiken om af te koelen
van de warmte. Met een bootje varen we tegen de hoogslaande golven in, op weg
naar de Vivekanda gedenkplaats. De man, die de grondlegger is van de stroming
Arya Samaaj, binnen het Hindoeïsme. In Kanyakumari zijn heerlijke vruchten zoals
kokosnoten, passievruchten en bananen te vinden. Het plaatje van Kanyakumari is
compleet door de vele kraampjes aan het strand, die schelpen verkopen. We
beleven de zoveelste zonsondergang in India.
Met een bootje door de kanalen van
Munroe Island in Kollam, zien we vele gebruiken van kokosnoten. Van de bast van
kokosnoten worden dunne en dikke touwen gemaakt. Vanuit kokosvlees wordt
kokosolie gewonnen. Vooral in Zuid- India wordt kokos veel gebruikt in het
bereiden van voedsel. Mensen leven van zelf verbouwde producten op hun stuk
grond. Rondom de stukken grond, worden in het water vissen en mosselen gekweekt.
Mensen in Zuid-India zijn opmerkelijk aardig en geïnteresseerd in toeristen.
Voor het eerst in onze hele reis, hebben we geen problemen met riksjarijders.
Nu we een lange tijd in India zijn, hebben we eindelijk door hoe Indiërs denken.
We noemen het; ‘'t tegenovergestelde denken'.
Door de vele reizen die we dagelijks maken, moeten we iedere dag wel op zoek
naar nieuwe accommodatie. Keer op keer vragen we of we de nacht in de kamer
zonder lawaai zullen doorkomen. De meeste Indiërs in het hotel verklaren ons een
beetje voor gek en zeggen dat het helemaal niet lawaaierig is. Uiteindelijk
ingecheckt, kunnen we de nacht meestal niet doorkomen zonder onze oordopjes.
‘Niet lawaaierig’ voor een Indiër betekent ‘erg lawaaierig’.
Een ander goed voorbeeld heeft
betrekking op het eten. In de Indiase keuken zijn chilipepers niet weg te denken.
Indiërs koken graag met peper. Wanneer we vragen of het eten heet is, antwoordt
de Indiër: ‘het eten is een klein beetje heet’. Na één hap genomen te hebben,
hebben we verkoeling voor onze tong nodig.
Een etentje in de Pizzahut, zorgt voor hilarische momenten. Wanneer we aan de
ober vragen of we een pizza kunnen bestellen, schudt de man overduidelijk ‘nee’
met zijn hoofd. Wat vreemd. We zijn in een restaurant, waar alleen maar pizza’s
op het menu staan en kunnen geen pizza bestellen? Met een verbaasde uitdrukking
op onze gelaten, herhalen we onze vraag. We krijgen een duidelijke ‘ja’ te horen.
We hebben dan eindelijk door, dat een ‘nee’ schuddend hoofd,
eigenlijk ‘ja’ betekent.
Na deze ontdekking van ‘het tegenovergestelde denken’ van de Indiër, gaat het
reizen ons gemakkelijker af.
Langzaam brengen de busreizen ons naar plaatsen zoals Coimbatoire, Ooty, Mysore
en Bangalore. Waar we genieten van prachtige theeplantages, landschappen,
het zoveelste maharadja’s paleis en natuurlijk het eten.
In Puna zijn we nog langs Osho ashram geweest. Een paradijsje met
zwembaden en tuinen. Wanneer we deel willen nemen aan de yogasessies
in de Osho ashram, krijgen we te horen dat we eerst een aidstest moeten
ondergaan. We proberen ons maar voor te stellen wat voor yogasessies het zullen
zijn. Uiteindelijk hebben we besloten; 'geen naalden in onze lichamen in
India...!!!!' Zeker niet omdat veertig procent van de Indiase bevolking met de
HIV-virus rondloopt.
Vanuit Puna zijn we afgreisd naar de Islamitische stad Aurangabad. Vanuit deze
stad, hebben we de boeddhistische grotten in Ajanta bezocht. Een
ontdekking door een Engelsman in 1820, waar boeddhistische monniken eeuwen
geleden verbleven. De grotten zijn rond het jaar 0 uitgehakt en geschilderd. Ook
de Ellora caves, waar indrukwekkende boeddhistische, jain-, en hindoe sculpturen
uit een berg zijn gehakt, zijn magnifiek. De woonplaats van de hindoegod Shiva
in Mount Kailash, is nagemaakt in de Ellora caves.
Na deze mooie reis in Midden en Zuid-India, komen we weer rustig bij in Goa. Van
hieruit tanken we nog even bij voor de laatste twee weken, die we in Noord India
nog zullen doorbrengen.